Door: L. van Pinxteren
U staat op het punt om uw huurcontract te ondertekenen of u heeft al een bestaand huurcontract waarbij stofferingskosten in de maandelijkse huur worden doorberekend. Mag dat zomaar? En wat zijn precies de regels waar de verhuurder zich aan moet houden bij het rekenen van stofferingskosten? In deze blog vertellen we u wanneer uw verhuurder stofferingskosten mag doorberekenen en hoe dit maandelijkse bedrag tot stand komt.
Wat zijn stofferingskosten?
Stofferingskosten zijn de kosten die uw verhuurder aan de huurder doorberekent voor het beschikbaar stellen van een gestoffeerde en/of gemeubileerde woning. Stofferingskosten wordt officieel een gebruikersvergoeding voor roerende zaken genoemd (Huurcommissie). Dit is meestal een vast bedrag per maand en is afhankelijk van de kosten die uw verhuurder heeft gemaakt voor het stofferen en meubileren van de woning en hoe oud de spullen zijn. Over het algemeen geldt: hoe hoger de kosten zijn die de verhuurder heeft gemaakt, hoe hoger het maandelijkse bedrag dat hij of zij aan u als huurder mag doorberekenen. Maar de berekening van dit maandelijkse bedrag is natuurlijk wel aan regels gebonden.
De regels en de berekening
De regels zijn onder andere te vinden in het ‘Beleidsboek nutsvoorzieningen en servicekosten’ van de Huurcommissie. De Huurcommissie gaat uit van een levensduur van tien jaar voor duurzame zaken zoals een vaatwasmachine of laminaat en een levensduur van vijf jaar voor overige stoffering en meubilair zoals gordijnen. De standaardberekening gaat ervan uit dat de zaken waarover stofferingskosten worden betaald binnen vijf of tien jaar volledig zijn afgeschreven. Dit betekent niet vanzelfsprekend dat u als huurder hierna geen stofferingskosten meer hoeft te betalen, maar dit kan wel. Voor zaken met een geschatte levensduur van tien jaar betekent dat een jaarlijks bedrag van 10% van de aanschafprijs. Voor zaken met een geschatte levensduur van vijf jaar gaat het dan om een jaarlijks bedrag van 20%.
Rekenvoorbeeld
Stel u huurt een huis met een vaatwasmachine met een aanschafprijs van €500-, en een levensduur van 10 jaar. De berekening is als volgt: €500-,/10 jaar/12 maanden = €4,17. Dit bedrag is met dit rekenvoorbeeld een redelijk bedrag aan stofferingskosten dat uw verhuurder maandelijks in rekening mag brengen voor het gebruik van de vaatwasmachine. Op deze manier kunt u zelf nagaan of u teveel stofferingskosten betaalt.
Wat kunt u doen als u teveel stofferingskosten betaalt?
In dat geval kunt u de Huurcommissie vragen om een uitspraak over de zaak te doen. Huurders van een sociale huurwoning kunnen altijd bij de Huurcommissie terecht, huurder in de vrije sector kunnen dit alleen wanneer dit in de huurovereenkomst is afgesproken. Meer informatie over de procedure bij de Huurcommissie vindt u hier.